Gebitsproblemen komen veel voor bij volwassen katten: 85% tot 95% van de katten ouder dan 2 jaar heeft in meer of mindere mate last van parodontitis. Parodontitis is een ontsteking van het steunweefsel van de tand, die de tand in zijn tandkas houden. Als hier niks aan gedaan wordt, gaat de tand verloren. Gebitsproblemen zijn zeer pijnlijk, maar vaak laten katten dit niet merken. Ook kunnen andere organen, zoals hart en nieren, beschadigd raken doordat de bacteriën uit de mondholte zich via het bloed naar deze organen verspreiden.
Hieronder leest u meer over het ontstaan van parodontitis en wat u zelf kunt doen om gebitsproblemen te voorkomen.

Het kattengebit

Katten hebben 30 tanden en kiezen:

  • 12 snijtanden (incisoren)
  • 4 hoektanden (canines)
  • 10 premolaren (valse kiezen)
  • 4 molaren (echte kiezen)

Katten hebben een zogenoemd schaargebit. Dit type gebit is geschikt om voedsel klein te maken door dingen door te bijten of te knippen, maar niet om te kauwen, zoals wij mensen wel doen.

Tandplak en tandsteen

Ontsteking in de bek begint met het ontstaan van tandplak en tandsteen.

Tandplak is een opeenhoping van bacteriën op de tand. Tandsteen is het hard geworden en verkalkte tandplak, en bestaat uit dode bacteriën. Het ruwe oppervlak van het tandsteen is een aanhechtingsplaats voor nieuwe bacteriën.
Tandplak en tandsteen zorgen ervoor dat de bacteriële flora in de mond verandert. Schadelijke bacteriën die gifstoffen produceren kunnen nu in de mond overleven. Hierdoor ontstaat er een ontsteking in de mond van de kat. Deze ontsteking kan alleen het tandvlees aantasten (gingivitis genoemd), maar ook de weefsels die rondom de tand liggen (parodontitis genoemd).

Als we beginnen met een schone tand, zonder tandsteen of tandplak, duurt het:

  • 6 – 8 uur voor de tandplak gevormd is
  • minder dan 24 uur voor het gehele tandoppervlak bedekt met tandplak
  • 3 – 5 dagen voor er tandsteen gevormd is
  • 128 dagen voor de schadelijke bacteriën gevormd zijn die ontstekingen veroorzaken

Parodontitis

Parodontitis betekent letterlijk ontsteking (-itis) rondom (paro) de tand (odont): de weefsels die om de tand liggen en ervoor zorgen dat de tand in zijn tandkas blijft zitten, zijn hierbij ontstoken. De steunweefsels van de tand zijn:

  • het tandvlees
  • het paradontale ligament: de verbinding tussen de tanden en het kaakbot
  • wortelcement: beschermt de wortels van de tand
  • kaakbot

Parodontitis is een chronische, progressieve aandoening. Er zijn vier verschillende stadia.
In het eerste stadium is “slechts” sprake van gingivitis: het tandvlees is ontstoken. Ontstoken tandvlees is rood, gezwollen en bloedt snel. Het tandplak hoeft niet zichtbaar te zijn met het blote oog: het tandplak kan zich onder het tandvlees bevinden. Dit stadium van parodontitis is nog omkeerbaar, maar als er niet behandeld wordt, kan er progressie vinden naar de andere stadia van parodontitis. Vanaf stadium 2 is parodontitis onomkeerbaar.
Bij parodontitis stadium 2, 3 en 4 raken steeds meer steunweefsels van de tand aangetast. Het tandvlees wordt verder aangetast, waardoor er een ruimte tussen de tand en het tandvlees ontstaat, een zogenoemde “pocket”. Als de aanhechting van de tand aan de tandkas verder wordt afgebroken, wordt deze pocket steeds dieper. Hierdoor kan de wortel van de tand bloot komen te liggen. Uiteindelijk kan zelfs het kaakbot worden aangetast. Zonder behandeling wordt de verbinding tussen de tand en de tandkas wordt steeds zwakker en zal de tand verloren gaan.

Het is niet altijd met het blote oog zichtbaar van welk stadium parodontitis sprake is, omdat de aantasting van het kaakbot niet zichtbaar is. Onder narcose kunnen we de pocket-diepte meten: hoe dieper de pocket is, des te verder gevorderd is de parodontitis.

Gevolgen voor de rest van het lichaam

Parodontitis heeft niet alleen gevolgen voor de tanden, maar kan ook gevolgen hebben voor de rest van het lichaam. Bij parodontitis is er sprake van een chronische bacteriële infectie in de mondholte. Deze bacteriën kunnen zich via het bloed verspreiden naar andere organen in het lichaam, zoals het hart en de nieren. Hierdoor kunnen deze organen beschadigd raken. Zo hebben katten met een slecht gebit hebben meer dan 1.5 keer zoveel kans op het ontwikkelen van nierfalen dan katten met een gezond gebit.

Risicofactoren voor het ontstaan van parodontitis

Risicofactoren voor het ontstaan van parodontitis zijn:

  • leeftijd: parodontitis komt vaker voor bij katten ouder dan 2 jaar
    • 85 – 95% van de katten ouder dan 2 jaar heeft parodontitis
  • ras: bepaalde rassen hebben een hoger risico op het ontwikkelen van parodontitis
    • bijvoorbeeld de Siamees, Pers en Maine Coon
  • geen mondverzorging, zoals:
    • tanden poetsen
    • speciaal dieet
    • tandreiniging bij de dierenarts
  • niet kauwen op voedsel: kauwen zorgt ervoor dat bacteriën van de tanden verwijderd worden

Andere gebitsaandoeningen: FORL en stomatitis

FORL: feline odontoclastic resorptive lesions

Naast gingivitis en paradontitis is er nog een veelvoorkomende aandoening van het kattengebit, FORL genoemd. FORL staat voor feline odontoclastic resorptive lesions. Dit betekent dat delen van de tand opgelost zijn: er is een gaatje in de tand. Dit is niet hetzelfde als gaatjes (of cariës) bij mensen. Cariës ontstaat doordat bacteriën in tandplak suikers in het eten omzetten in zuur. Dit zuur tast het tandglazuur aan, waardoor er een gaatje in de tand ontstaat. Een FORL is weliswaar ook een gaatje in de tand, maar dat is de enige overeenkomst. Cariës komt niet voor bij katten. Het is nog niet goed bekend hoe deze aandoening ontstaat. Het is geen gevolg van tandplak en parodontitis.

Door een FORL kan het tandbeen bloot komen te liggen, wat pijnlijk is voor de kat. Ook kunnen de wortels aangetast worden. Vaak wordt de FORL bedekt door tandplak, tandsteen of tandvlees.

Stomatitis

Stomatitis komt niet veel voor bij katten. Het is een ontsteking van het slijmvlies in de mond. Niet alleen het tandvlees kan hierbij ontstoken raken, maar ook de tong en het gehemelte.

Ook van stomatitis is de oorzaak niet bekend.

Symptomen van gebitsproblemen

Klachten die uw kat kunt hebben door problemen met zijn of haar gebit:

  • het kan u opvallen dat het tandvlees snel bloedt, bijvoorbeeld als u de tanden van uw kat poetst
  • stinkende adem: de adem van een gezonde kat ruik je niet!
  • minder eten
  • geen brokjes meer willen eten
  • blazen naar het voer
  • knoeien met eten
  • slechte vachtverzorging
  • met de pootjes richting de bek slaan/wrijven
  • verandering in gedrag: agressie, verstoppen

Pijn aan het gebit is voor eigenaren slecht te herkennen, omdat katten het vaak niet laten merken. Het blijven eten van brokjes betekent niet dat de kat geen pijn aan zijn gebit en mond heeft. De meeste katten kauwen hun brokjes niet, maar slikken ze heel door. Soms zijn de veranderingen heel subtiel en niet duidelijk terug te brengen naar het gebit: uw kat is bijvoorbeeld minder aanhankelijk en verstopt zich vaker. Ook kunnen gebitsproblemen verschijnselen van dementie bij oudere dieren verergeren.

Behandeling: hoe wordt het gebit weer gezond?

Wat er nodig is om het gebit weer gezond te krijgen, is afhankelijk van wat er allemaal gaande is in de mond van uw kat. Is er alleen sprake van tandplak en tandsteen, of is er ook ontsteking van het tandvlees en de weefsels rondom de tand? Als er alleen sprake is van tandplak en tandsteen, kunnen we het gebit goed schoonmaken (een gebitsreiniging). Het is hierbij belangrijk om ook de ruimte tussen het tandvlees en de tand goed schoon te maken. Dit is bij een wakker dier niet mogelijk. Het is juist belangrijk om dit gebied schoon te maken om parodontitis te kunnen voorkomen.
Als er sprake is van gingivitis en parodontitis, is het in sommige gevallen nodig om een tand te trekken. De beschadigingen die in dit stadium zijn ontstaan, kunnen we niet meer herstellen. Bij te ernstige beschadigingen is alleen schoonmaken niet voldoende en is de enige manier om van de pijn en ontsteking af te komen, het trekken van de tand.

Hoe eerder we het gebit weer gezond maken, des te minder ingrijpend is de behandeling voor uw kat. Het is daarom belangrijk om elk jaar het gebit van uw kat te laten controleren en niet te wachten met ingrijpen tot er overduidelijk sprake is van ontsteking. Ook als uw kat niks laat merken!

Na de gebitsbehandeling is preventieve mondverzorging belangrijk om vorming van tandplak en tandsteen te voorkomen. Preventieve mondverzorging kan bestaan uit tandenpoetsen of het geven van speciale voeding en/of tussendoortjes. Meer over preventieve mondverzorging vindt u hier: Tanden poetsen.