Of een kat wormen heeft kan je aan de buitenkant van het dier meestal niet zien. Dit kan alleen goed worden vastgesteld door middel van ontlastingsonderzoek met behulp van een microscoop (En zelfs dat is niet honderd procent betrouwbaar, omdat wormeieren niet continu worden uitgescheiden). Wormen zijn namelijk “gemaakt” om in een darm te leven. Alleen als uw kat een hele zware besmetting heeft komen er soms wormen uit met braaksel of ontlasting. Dat u niets ziet aan uw kat wil dus niet zeggen dat uw dier geen wormbesmetting kan hebben. Het is dus van belang om uw kat regelmatig te ontwormen.
Dit geldt ook voor binnenkatten! Alhoewel binnenkatten in vergelijking met buitenkatten een kleiner risico lopen om zich met wormen te besmetten, kan dit wel degelijke gebeuren. Ze besmetten zich dan met wormeieren die ongemerkt met schoenen en tassen het huis zijn binnengekomen. 

Waarom ontwormen?

  • Sommige wormen besmetten dieren én mensen! Ontwormen is dus ook van belang voor de volksgezondheid.
  • Kittens kunnen van een worminfectie ernstig ziek worden en/of een groeiachterstand oplopen.
  • Volwassen katten kunnen bij ernstige worminfecties last krijgen van diarree en/of braken en lopen het risico dat bepaalde voedingsstoffen minder goed worden opgenomen.
  • Worminfecties verlagen de weerstand van een dier waardoor het risico op andere ziekten toeneemt.
  • Spoelwormlarven maken een trektocht door het lichaam van de kat en richten hierbij longschade aan. Recent onderzoek toont aan dat deze longbeschadigingen grote overeenkomst vertonen met longafwijkingen die vaak gevonden worden bij katten met hoestklachten. Het lijkt er dus op dat worminfecties bij de kat een rol spelen bij het ontstaan van longproblemen.

Lees meer over longschade bij katten door spoelwormlarven

Longproblemen (waaronder bronchitis en astma) komen regelmatig voor bij katten. Ongeveer 40% van de katten in asiels heeft longafwijkingen. In veel gevallen kan hier geen duidelijke oorzaak voor worden gevonden. Omdat bij recent onderzoek regelmatig spoelwormlarven werden aangetroffen in beschadigde longdelen, is de vraag gerezen in hoeverre worminfecties bij de kat een rol spelen in het ontstaan van longproblemen.

Om dit beter te kunnen begrijpen, volgt eerst wat meer informatie over hoe een worminfectie bij de kat precies verloopt.

Levenscyclus van de spoelworm

Volwassen vrouwelijk spoelwormen scheiden grote aantallen eieren uit (ongeveer 20.000 per worm per dag!). Deze eieren komen met de ontlasting van de kat in de omgeving terecht. De eieren zijn niet direct infectieus, daarvoor moet zich in het ei eerst een larfje ontwikkelen. Dit duurt onder gunstige omstandigheden twee tot zes weken. Katten en prooidieren van katten, zoals vogels en kleine knaagdieren, kunnen de infectieuze eieren opnemen uit met kattenpoep besmette grond (bijvoorbeeld zandbakken, parken, speeltuinen, tuinaarde). Bij de kat maken de larfjes vervolgens een trektocht door het lichaam. Ze gaan door de darmwand heen en komen via de bloed- en lymfevaten en de lever in de longen terecht. In de longen ontwikkelen de larfjes zich in een volgend larvaal stadium. Vanuit de longen worden de larven opgehoest en doorgeslikt, om zo uiteindelijk weer in de darm terug te komen. Daar ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen.

Als prooidieren een infectieus wormei opnemen, ontwikkelt de larve zich niet tot volwassen worm maar wordt het ingekapseld in het lichaam. Als katten zich besmetten met wormen door het eten van besmette prooidieren of via de moedermelk, in plaats van via de opname van een infectieus eitje, dan vindt er geen trektocht van larven door het lichaam plaats. Ingekapselde larven uit het vlees van een prooidier en larven uit de moedermelk ontwikkelen zich in de darm meteen tot volwassen wormen.

Longschade door spoelwormlarven

De trektocht door en ontwikkeling van de spoelwormlarven in de longen van een kat leidt tot weefselbeschadiging van de longen. Deze schade is zichtbaar op röntgenfoto’s en CT scans.

Het patroon van de afwijkingen komt overeen met de afwijkingen die we regelmatig zien op röntgenfoto’s en CT scans van hoestende katten. Het lijkt er dus op dat worminfecties bij de kat een rol spelen bij het ontstaan van longproblemen. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen wat het precieze verband is tussen spoelworminfecties en bronchitis/asthma bij de kat en of de schade aan de longen als gevolg van worminfecties zich nog kan herstellen of niet.

Ook bij honden maken spoelwormlarven een trektocht door het lichaam. Maar door een verschil in het afweersysteem van honden en katten, reageren de longen van honden minder heftig op de larven. Dit leidt tot minder weefselbeschadiging in de longen.

Hoe kunnen we longschade voorkómen?

Er is recent een onderzoek gedaan waarbij katten werden geïnfecteerd met infectieuze spoelwormeieren. De helft van de groep kreeg gelijktijdig een antiwormmiddel toegediend. Bij de behandelde katten ontwikkelden zich geen volwassen wormen in de darm maar was er net zo veel schade in de longen door de larven als bij onbehandelde katten. Dit betekent helaas dat ontwormingsmiddelen de larfjes tijdens de trektocht en hun verblijf in de longen niet goed kan bereiken en dus niet kunnen voorkomen dat de larfjes longschade aanrichten.

De enige manier om longschade zo veel mogelijk te voorkómen is dus door te zorgen dat een kat zo min mogelijk infectieuze wormeieren binnenkrijgt. De hoeveelheid wormeieren die zich in de omgeving van de kat bevinden kunnen we verlagen door katten minimaal 4x per jaar te ontwormen. Ook hygiënische maatregelen verkleinen de infectiekansen via infectieuze eieren. Kattenpoep in de kattenbak of uit de tuin moet regelmatig verwijderd worden en de kattenbak moet regelmatig gereinigd worden met kokend water.

Hoe vaak ontwormen?

Ons ontwormingsadvies is:

  • Kittens: op 3, 5, en 7 weken leeftijd, vervolgens maandelijks tot en met de leeftijd van een half jaar. Daarna 4x per jaar.
  • Moederdieren: tegelijk met de kittens.
  • Volwassen katten: 4x per jaar, bij katten die veel jagen vaker.

Als u na één keer ontwormen (restanten van) wormen in de ontlasting ziet, is het verstandig de ontwormingskuur na twee weken te herhalen.

Een ontwormingstablet werkt alleen zolang die in het maagdarmkanaal aanwezig is. Dan doodt het alle aanwezige wormen. In theorie kan de kat dus de volgende dag alweer opnieuw besmet raken met wormen. Daarom is het zo belangrijk ontworming regelmatig te blijven herhalen, een kattenleven lang. Mocht u uw kat een keer ontwormen zonder dat het dier wormen zou hebben, dan heeft dit geen schadelijke gevolgen voor uw kat.

Ontwormen vóór de vaccinatie

Een worminfectie verlaagt de weerstand van uw huisdier. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dan een spoelworminfectie vaak leidt tot een verandering in het bloedbeeld. Witte bloedcellen, die voor de afweer nodig zijn, komen dan in grotere aantallen voor. Bij dieren die wormen hebben op het moment dat ze gevaccineerd worden, kan de noodzakelijke immuunreactie van het lichaam op de enting niet optimaal verlopen en de enting kan hierdoor minder effectief zijn. Het is daarom belangrijk dat honden en katten op het moment dat ze gevaccineerd worden geen acute worminfectie hebben. Dit kun je bereiken door het dier minstens 2 en maximaal 4 weken vóór de vaccinatie te ontwormen.

Veel voorkomende wormen in Nederland

De spoelworm

De spoelworm is de meest voorkomende worm bij de kat. Bij kittens komt hij zeer regelmatig voor en bij 5-10% van de volwassen huiskatten. Kittens worden besmet via de moedermelk. Eitjes van de spoelworm kunnen verder op straat, in het gras of in de zandbak liggen (overal waar katten hun behoeftes doen) en blijven kleven aan schoenen of pootjes. Als uw kat deze eitjes binnenkrijgt (bijvoorbeeld wanneer hij zich likt of iets van straat eet), kan hij ongemerkt een wormbesmetting oplopen. Ook het eten van geïnfecteerde prooidieren veroorzaakt besmetting. In de darmen van de kat ontwikkelen de eieren zich tot wormlarven die een trektocht door het lichaam maken en waarvan sommige in de darmen terugkeren en volwassen spoelwormen worden. Soms kom je die wormen tegen in braaksel of ontlasting. Ook mensen kunnen besmet raken met spoelwormen van de kat. Bij mensen ontwikkelt de worm zich echter niet tot het volwassen stadium, maar blijft het een larve. Deze larven kunnen aanleiding geven tot kleine infectiehaarden in de lever, longen, ogen en hersenen. Met name bij kinderen kan dit tot vervelende ziekteverschijnselen leiden, zoals in ernstige gevallen zelfs blindheid. Ook lijkt er een relatie te bestaan tussen infectie met spoelwormen en het tot uiting komen van allergische aandoeningen bij kinderen met aanleg daarvoor.

De lintworm

De lintworm kan overgebracht worden door een vlo! Een lintworm bestaat uit een groot aantal segmentjes, waarvan het laatste wordt afgestoten, terwijl de worm aan de voorkant weer aangroeit. In het afgestoten segmentje, dat eruitziet als een rijstkorrel en soms nog "leeft", zitten de lintwormeitjes die zich ontwikkelen tot larven. Dit gebeurt in een zogenaamde tussengastheer (= een dier waarin een parasiet een deel van zijn levenscyclus doorloopt, alvorens in de eigenlijke gastheer volwassen te worden). De tussengastheer van de lintworm is bijvoorbeeld de vlo. Als een kat een besmette vlo vangt/oplikt, ontwikkelt de larve zich in de darm van de kat tot volwassen worm.

De vossenlintworm

De vossenlintworm heeft net als de lintworm een tussengastheer nodig om zich tot volwassen worm te ontwikkelen. Katten worden pas geïnfecteerd als ze besmette knaagdieren vangen en opeten. De vossenlintworm is niet echt schadelijk voor uw kat, maar kan bij mensen ernstige problemen geven. De mens kan namelijk ook als "tussengastheer" fungeren. Het larvale stadium kan zich bij mensen in verschillende organen ( o.a. lever, longen) nestelen en zo een ernstige ziekte veroorzaken. De vossenlintworm komt in Nederland voor in Oost-Groningen en Zuid-Limburg.

De haakworm

Haakwormen komen vooral in Zuid-Europa voor, maar worden ook in Nederland aangetroffen. Larven dringen via de huid of de slijmvliezen naar binnen, om dan via de bloedbaan de darm te bereiken. Daar veroorzaken de volwassen wormen kleine wondjes in de wand van de dunne darm die voor verdere gezondheidsproblemen kunnen zorgen, zoals bloedarmoede, gewichtsverlies en diarree.