In de volksmond wordt er bij vrouwelijke dieren over sterilisatie gesproken en bij mannelijke dieren over castratie. Echter technisch gezien voeren we bij een vrouwtjes konijn (voedster) ook een castratie uit, want we halen de eierstokken helemaal weg. Hieronder spreken we dus voor zowel mannetjes als vrouwtjes over castratie.

Waarom is het goed om een konijn te castreren?

Castratie verandert het seksuele gedrag van konijnen. Het kan zelfs helemaal verdwijnen. Hierdoor worden het leukere huisdieren. Ze worden rustiger en je ziet minder agressief gedrag naar soortgenoten of naar de mens. Ze zullen ook minder de neiging hebben om dingen kapot te maken. Mannetjes konijnen zullen ophouden of niet beginnen met sproeien. Ze zijn ook eenvoudiger op de "kattenbak" te trainen. Castratie is meestal ook nodig als je meerdere konijnen samen wilt houden, om agressie en ongewenste nestjes te voorkomen. Het is voor hun gezondheid ook beter dat ze gecastreerd worden. Zo zullen ze minder wonden oplopen door vechtpartijen en dus ook minder kans hebben op moeilijk te behandelen abcessen die hier een gevolg van kunnen zijn. Een belangrijke reden voor castratie van voedsters is verder een sterk verminderde kans op het ontstaan van tumoren van de baarmoeder. Baarmoederkanker is de meest voorkomende tumor bij ongecastreerde voedsters: bij 50-80% van de ongecastreerde voedsters van 4 jaar en ouder, ontwikkelt zich uiteindelijk baarmoederkanker. Het kan echter al op jongere leeftijd voorkomen. Verschijnselen die bij baarmoederkanker kunnen worden gezien zijn onder andere bloedige urine of bloedige uitvloeiing uit de vulva. Baarmoederkanker is meestal kwaadaardig en zaait vaak snel uit naar de longen. Voorkomen is dus beter dan genezen!

Op welke leeftijd kun je een konijn het beste castreren?

Castratie van mannelijke dieren kan al vanaf 4-5 maanden. Voor voedsters adviseren we een leeftijd van 6 maanden. Het is belangrijk om niet te lang (liefst voor 1 jaar leeftijd) te wachten met de castratie van voedsters, gezien de grote kans op het ontstaan op baarmoederkanker. Bovendien is er minder kans op complicaties tijdens de operatie bij jongere dieren, omdat er nog minder vet in de buik en rond de eierstokken en baarmoeder aanwezig is. Bij oudere dieren zijn eerst een goed lichamelijk onderzoek en eventueel een bloedonderzoek of röntgenfoto's nodig, om geen ongewenste risico's te nemen. Erg oude konijnen breng je liever niet onder narcose, behalve natuurlijk als het echt nodig is.

Wat wordt er gedaan bij de castratie?

Bij mannelijke konijnen (rammelaars) worden de zaadballen verwijderd. Rammelaars hebben een zogenaamd "open lieskanaal". Daardoor zijn ze in staat om hun zaadballen op te trekken tot in de buik. Na de castratie hechten we het lieskanaal dicht, om te voorkomen dat er darmen in kunnen zakken en er een liesbreuk ontstaat (half-gesloten methode). Let erop dat rammelaars tot 4-6 weken na de castratie nog in staat zijn om een bevruchting te realiseren!

Bij voedsters jonger dan 1,5 jaar worden onder narcose de eierstokken verwijderd via een sneetje in de buikwand. De baarmoeder mag blijven zitten. Hierin zullen na de castratie geen tumoren ontwikkelen, omdat tumoren juist worden veroorzaakt door de hormonen die door de eierstokken worden geproduceerd. Bij voedsters ouder dan 1,5 jaar wordt de baarmoeder wel verwijderd, omdat er dan kans is dat er toch al baarmoederveranderingen zijn ontstaan.

Zijn er risico's bij de castratie?

Ja, natuurlijk. Elke narcose en operatie brengt op zichzelf al risico's met zich mee. We hebben te maken met levende wezens. Echter door jarenlange ervaring en blijvende nascholing voert onze praktijk deze operaties op een zo veilig mogelijke manier uit.

Bij rammelaars voeren we de operatie uit met een lichte narcose (roesje) en extra lokale verdoving. Bij voedsters wordt de operatie onder algehel narcose uitgevoerd.

Voor de narcose van konijnen gebruiken wij eerst een voorbereidend prikje (medetomedine en ketamine) en als onderhoud een veilig narcosegas (isofluraan®). Ook krijgen de konijnen voor de operatie een pijnstillende injectie. Na de operatie geven we een soort anti-narcose prikje, waardoor de konijnen snel weer wakker worden. Tijdens de operatie en bij het wakker worden krijgen de konijnen altijd een kruikje en een handdoek, zodat ze niet afkoelen. Verder krijgen de voedsters na de operatie vocht toegediend, zodat ze niet uitdrogen wanneer ze niet meteen na de operatie willen drinken. Na de operatie krijgt u ook een pijnstiller in druppelvorm mee naar huis.

Het is heel belangrijk dat een konijn na de narcose zo snel mogelijk weer gaat eten en drinken. Ook moeten ze gewoon kunnen blijven eten en drinken tot de narcose. Konijnen kunnen niet braken en dit is dan ook geen reden om een konijn te laten vasten. Dit is zelfs niet gewenst. Indien een konijn na de narcose niet binnen 12 tot 24 uur vanzelf wil gaan eten, dan zal het gedwangvoederd moeten worden. Ook kunnen er darmstimulerende medicijnen worden gegeven. Zeker vette/dikke konijnen hebben meer risico's op complicaties (zoals leververvetting) als ze niet gaan eten. Nog een reden dus waarom de castratie het liefst al gedaan wordt op jonge leeftijd.

Kortom, het is verstandig om konijnen zo vroeg mogelijk te castreren. U zult langer en met nog meer plezier van uw konijn(-en) kunnen genieten.