Het onvruchtbaar maken van de vrouwelijke hond (teef) wordt 'in de volksmond’ meestal sterilisatie genoemd. Dit is eigenlijk niet de juiste term: steriliseren is een ingreep die alleen bij mensen wordt uitgevoerd. Hierbij worden de eileiders afgebonden of doorgeknipt. Dit leidt tot onvruchtbaarheid, maar de hormoonproductie vanuit de eierstokken blijft in stand. Als wij een teefje zouden steriliseren, zou dat inhouden dat ze niet meer vruchtbaar is, maar nog wel loops wordt. Bovendien blijft het risico op lichamelijk aandoeningen die door de hormonen veroorzaakt worden, zoals ontsteking van de baarmoeder en melkkliertumoren, bestaan. Terwijl dat één van de belangrijkste redenen is om teven te laten steriliseren. Daarom castreren wij teven: we verwijderen de eierstokken (en indien nodig de baarmoeder) in zijn geheel. Om spraakverwarring te voorkomen zullen we in dit artikel hiervoor de term gebruiken die voor de meeste mensen wel bekend is: sterilisatie.
Als de baarmoeder gezond is, hoeft deze niet verwijderd te worden en laten we die gewoon zitten. Door de verwijdering van de eierstokken staat de baarmoeder niet meer onder hormonale invloed en zal daarom ook geen problemen geven in de toekomst. Als de baarmoeder afwijkend is moet deze natuurlijk wel verwijderd worden. Dit is vaker het geval bij honden die op latere leeftijd worden gesteriliseerd.
Waarom steriliseren?
De hormonen die de eierstokken produceren vergroten de kans op bepaalde aandoeningen, zoals melkkliertumoren. Door een teef te laten steriliseren kunnen een aantal belangrijke gezondheidsklachten op latere leeftijd voorkomen worden of neemt de kans hierop sterk af. Steriliseren kent echter ook nadelen. Hieronder hebben we voor u alle voor- en nadelen van een sterilisatie op een rij gezet.
Voordelen van sterilisatie
- Voorkomt loopsheid
Na sterlisatie wordt de hond niet meer loops. Gemiddeld wordt een teeef elke 6 tot 7 maanden loops. Tijdens de loopsheid verliest ze bloederige uitvloeiing. Ook wordt ze aantrekkelijk voor reuen, wat vervelende situaties kan opleveren. - Geen risico meer op (ongewenste) dracht - de teef wordt onvruchtbaar
- Voorkomt schijnzwangerschap
Niet elke teef wodt schijnzwanger en als ze het wel wordt, verschilt de last die ze ervan kunnne hebben. Sommeige teven worden agressief in deze periode. Daarnaast kunnen de melkklieren erg opgezwollen raken. - Geen kans meer op het krijgen van baarmoederontsteking
Bij een baarmoederonsteking is de baarmoeder gevuld met pus. Dit is een levensbedreigende aandoening waar de teef zelfs aan kan overlijden - Verminderde kans op het ontwikkelen van melkkliertumoren (=borstkanker)
Iedere loopsheid die de teef doormaakt, verhoogt het risico op het ontwikkelen van melkkliertumoren op latere leeftijd. Als een teef na 4 loopsheden gesteriliseerd wordt verkleint dit de kans op het krijgen van kwaadaardige melkkliertumoren niet meer. Op de kans op het ontstaan van goedaardige tumoren heeft de sterilisatie dan nog wel een positief effect. - Verminderde kans op het ontstaan van suikerziekte (diabetes)
Nadelen van sterilisatie
- Narcoserisico
De sterilisatie wordt uitgevoerd onder narcose. Elke narcose gaat gepaard met narcose risico's, maar bij een jonge gezonde teef is het narcose risico minimaal. - Meer aanleg voor overgewicht
Na de sterilisatie hebben teven meer aanleg om dik te worden, omdat het stofwisselingsniveau lager wordt. U kunt dit voorkomen door na de sterilisatie de hoeveelheid voeding aan te passen; de teef kan dan met ongeveer 10% minder voer toe. - Meer kans op urine-incontinentie (onwillekeurig urineverlies).
Het wegvallen van de geslachtshormonen (oestrogenen) heeft een negatief effect op de werking van de kringspier van de blaas, waardoor de hond urine kan gaan lekken. 0 tot misschien wel 20% van alle gesteriliseerde teven kunnen incontinent worden. Het is echter niet zo dat alle teven even incontinent worden. Bij deze cijfers zijn ook de teven opgenomen die een paar druppels urine verliezen op oude leeftijd of als ze een blaasontsteking hebben. Meestal valt het daarom wel mee met het risico op het krijgen van incontinentie. Er zijn echter dieren die na castratie zo regelmatig urine verliezen dat ze medicijnen nodig hebben om het urineverlies onder controle te houden. Sommige rassen lopen een groter risico op incontinentie. Teven van grote rassen (volwassen gewicht is meer dan 20 kg) in het algemeen en Boxers en Labradors in het bijzonder lopen meer risico. Dit geldt ook voor de rassen met een gecoupeerde staart. Het risico op het ontwikkelen van urine-incontinentie kan iets worden verkleind door de teef één loopsheid te laten doormaken. - Gedragsveranderingen
Na sterilisatie unnen gedragsveranderingen optreden. Over het algemeen worden gesteriliseerde teven wat rustiger. In zeer zeldzame gevallen wordt de teef agressiever. Dit gebeurt vooral bij teven die al erg agressief of dominant waren voor de sterilisatie. - Vachtverandering
Na de sterilisatie kan de vacht veranderen ten gevolde van hormonale veranderingen. Dit is net name het geval bij langharige honden zoals Cocker Spaniëls en New Foundlanders. De vacht kan dikker en krulleriger worden is vaak moeilijker te onderhouden.
Ons advies
Ons advies is om teven waar u niet mee wilt fokken te laten steriliseren, vanwege de gezondheidsvoordelen voor de teef. Het is moeilijker om een algemeen advies te geven over het beste moment voor het uitvoeren van de sterilisatie. De laatste jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar het effect van sterilisatie bij verschillende rassen.
Sterilisatie leidt tot een vertraagde sluiting van de groeischijven. Het gevolg is dat het dier niet goed in verhouding groeit. Dit kan leiden tot problemen met de gewrichten, zoals heupdysplasie en het scheuren van de voorste kruisband. Teven van grotere rassen kunnen daarom het beste gesteriliseerd worden na de eerste loopsheid, maar voor de tweede loopsheid: het skelet van de teven is uitontwikkeld, waardoor de sterilisatie het risico op gewrichtsaandoeningen niet vergroot.
Als de teef loops is geweest, kan ze 3 maanden later gesteriliseerd worden. De baarmoeder is dan in rust. Vlak voor, tijdens en vlak na de loopsheid wordt de baarmoeder extra goed doorbloed. Dit vergroot het risico op complicaties tijdens de sterilisatie, bijvoorbeeld bloedingen.
Bij kleine hondenrassen lijkt sterilisatie voor de eerste loopsheid geen negatieve gevolgen voor de gewrichten te hebben. Ons advies is om teven van kleine rassen op een leeftijd van 6 maanden te steriliseren: dit is voor de eerste loopsheid, waardoor het risico op melkkliertumoren maximaal verlaagd wordt. Daarnaast is dit een leeftijd waarop de teef de narcose goed aan kan.
Recent onderzoek heeft laten zien dat bij Golden Retriever teven de kans op andere typen kanker dan melkkliertumoren (lymfoom, mastcel tumoren en hemangiosarcomen) na sterilisatie juist toeneemt, onafhankelijk van op welke leeftijd die wordt uitgevoerd. Bij de Golden is dit dus een extra factor die meegewogen moet worden bij de beslissing over sterilisatie. Voor andere rassen is deze toegenomen kans op andere typen kanker niet teruggevonden.
Ons advies over de leeftijd waarop de teef het beste gesteriliseerd kan worden is dus rasafhankelijk. Afhankelijk van de individuele hond kan er toch voor gekozen worden om de hond eerder of later te steriliseren. Bijvoorbeeld omdat er veel melkkliertumoren in de familie van de hond voorkomen. Welk moment het meest geschikt is om uw hond te laten steriliseren, kunt u het best met ons overleggen.
Als er sprake is van een baarmoederontsteking dan is de teef hier vaak ziek van en wordt meestal besloten om zo snel mogelijk te opereren.