Castratie van de hond

Bij een teef wordt om gezondheidsredenen sterilisatie vaak geadviseerd. Bij de reu zijn er geen medische redenen om op op jonge leeftijd te castreren. Op latere leeftijd kunnen er wel medische redenen ontstaan voor castratie, zoals prostaat problemen of testikeltumoren. De meest voorkomende reden waarom eigenaren er toch voor kiezen om hun reu te laten castreren is vanwege het verminderen van (ongewenst) "reuengedrag”.

Redenen om voor castratie te kiezen:

  • Reu is erg dominant of agressief tegen andere reuen of mensen
  • Reu loopt weg achter loopse teven aan of is “onhoudbaar” met loopse teven in de buurt
  • Reu vertoont ongewenst seksueel gedrag zoals rijden op voorwerpen of mensen
  • Reu heeft veel last van voorhuidontsteking (= pussige uitvloeiing uit de penis)
  • Reu vertoont veel markeergedrag (overal kleine plasjes)
  • Medische redenen zoals prostaatproblemen of testikeltumoren

Castratie alleen is niet de oplossing voor alle gedragsproblemen. Castratie kan er voor zorgen dat uw hond rustiger en minder dominant wordt, maar niet allen hormonen hebben invloed op het gedrag. Ook opvoeding en ervaringen uit het verleden spelen hierbij een rol. Op sommige gedragsproblemen zal castratie geen of onvoldoende effect hebben. Zo kan castratie een positief effect hebben op agressie tegen andere reuen, maar niet op territoriale agressie.

Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het castreren van reuen van grote rassen ook nadelige effecten kan hebben. Door een reu te castreren voordat hij is uitgegroeid, sluiten de groeischijven afwijkend. Het gevolg is dat de hond niet goed in verhouding groeit. Dit kan leiden tot problemen met de gewrichten, zoals heupdysplasie en het scheuren van de voorste kruisband. Reuen van grotere rassen kunnen daarom het beste pas gecastreerd worden na 1 - 1,5 jarige leeftijd.

Er zijn verschillende manieren om een reu te castreren: via een operatie ("chirurgische castratie") waarbij de testikels van de hond verwijderd worden of door het toedienen van een middel dat de productie van testosteron remt ("chemische castratie"). Uiteindelijk hebben beide vormen van castratie hetzelfde effect. Het verschil zit 'm in de snelheid waarmee het effect optreedt en de duur van dit effect.

Chirurgische castratie

Bij chirurgische castratie worden beide testikels verwijderd. Hierdoor stopt ook de productie van het mannelijke hormoon testosteron, dat normaal in de testikels gemaakt wordt. Het wegvallen van dit hormoon zorgt er voor dat het typische reuengedrag zal afnemen. Castratie kan worden uitgevoerd vanaf 6 maanden leeftijd.

Chemische castratie

Als u wilt “uitproberen” wat het effect van castratie is op (het gedrag van) uw hond, kunt u kiezen voor een tijdelijke chemische castratie. Bij chemische castratie wordt de productie van testosteron onderdrukt.

Er zijn twee vormen van chemische castratie:

  • een snel- maar kortwerkende injectie (Vetadinon®): binnen 2 tot 4 dagen is het eerste effect zichtbaar. Deze injectie werkt 3-4 weken.
  • een langer werkend implantaat (Suprelorin®): dit is een klein oplosbaar staafje dat via een injectie onder de huid wordt ingebracht. De eerste 2 weken kan er een toename van de seksuele belangstelling of andere "reuengedrag" optreden, voordat er een afname gezien wordt. Na 4-6 weken is het effect op het gedrag volledig zichtbaar. Onvruchtbaarheid treedt na 6 weken op. De werkingsduur is minimaal 6 maanden en is mede afhankelijk van de grootte van de hond: bij kleine honden kan het implantaat 12-18 maanden werken. De effecten van de chemische castratie verdwijnen volledig nadat het implantaat is uitgewerkt.

Gedraagt uw hond zich tijdens de chemische castratie zoals u graag zou willen, dan is chirurgische castratie een goede optie. Ziet u geen of onvoldoende verandering, dan is het verstandig om (ook) met het gedrag van uw hond aan de slag te gaan. De effecten van de chemische castratie verdwijnen in principe volledig nadat het implantaat is uitgewerkt.

Nadelen van castratie

Elke vorm van castratie kan de volgende niet gewenste effecten hebben:

  • Uw hond kan suffer zijn dan voor de castratie
  • Uw hond kan meer op eten gericht zijn
  • Door veranderingen in de hormoonhuishouding en de stofwisseling ontwikkelt de hond sneller overgewicht. U kunt dit voorkomen door na de castratie de hoeveelheid voeding met 10% te verlagen.
  • Uw hond kan aantrekkelijker worden voor andere reuen
  • Het ongewenste gedrag dat de reden was voor de castratie werd niet veroorzaakt door hormonen en is daarom onveranderd na de castratie.