Euthanasie

Euthanasie, het laten inslapen van uw huisdier, is een moeilijke beslissing die u niet alleen hoeft te nemen: wij zijn er om deze keuze met u te bespreken. Wij kunnen ons wel voorstellen dat u graag voordat u het met ons bespreekt, of voor de afspraak voor euthanasie zelf, er iets meer er vanaf wilt weten.

Het nemen van de beslissing

Het laten inslapen van uw huisdier is een gevoelig onderwerp. Een kat of hond is vaak veel meer dan zomaar een dier. Het is vaak moeilijk om het juiste moment te kiezen. Wij kunnen u hier in begeleiden, maar de uiteindelijke beslissing moet u zelf nemen. Wel kunnen we hiervoor handvaten aanreiken. Als uw huisdier geen goede kwaliteit van leven meer heeft, en we de situatie niet kunnen verbeteren, moet u nadenken over het laten inslapen van uw dier. Uw hond of kat moet nog zelfstandig kunnen eten, drinken, poepen en plassen. Andere redenen voor euthanasie zijn een ongeneeslijke aandoening of heel veel pijn.

In de praktijk hebben we voor u het boekje “Zijn we niet te vroeg?” waarin een dierenarts het proces rondom de keuze voor euthanasie beschrijft.

Het laten inslapen is een van de moeilijkste dingen die u als eigenaar voor uw huisdier moet beslissen. Maar het is ook een van de meest liefdevolle dingen die u als eigenaar kunt doen om uw huisdier lijden te besparen.

De euthanasie van een kat of hond

Het inslapen van uw dier kan plaatsvinden op de praktijk, maar ook bij u thuis. Heeft u nog vragen of is nog niet alles besproken, dan doen we dat uiteraard voordat we met de euthanasie zelf starten. De euthanasie zelf gaat als volgt:

Uw dier krijgt eerst een injectie in een rugspier waardoor hij of zij rustig in slaap valt. Dit prikje kan uw huisdier nog even voelen, alleen op het moment dat het gegeven wordt. In deze prik zit een slaapmiddel en een sterke pijnstiller. Binnen enkele minuten raakt het dier hiervan buiten bewustzijn. Ze zijn zich dus niet meer bewust van enig lichamelijk ongemak, van de omgeving of van uw aanwezigheid. Als de toestand van uw dier heel erg slecht is, is het mogelijk dat uw dier van dit prikje al komt te overlijden.

In de meeste gevallen scheren we daarna een stukje haar weg op een voorpoot of een achterpoot en wordt de tweede prik in een bloedvat gegeven. Heel soms is dit niet mogelijk en moeten we naar een andere plek op zoek gaan. In die gevallen geven we de injectie in een ander bloedvat of, als dat ook niet kan, in de buikholte of in een orgaan. Uw huisdier voelt deze tweede prik in ieder geval niet meer. De tweede prik bevat een overdosis van een narcosemiddel, waardoor het hart stopt. In de meeste gevallen gebeurt dat binnen enkele seconden, voordat de spuit met euthanasiemiddel helemaal leeg is.

Doorgaans ziet u uw huisdier helemaal slap en ontspannen worden, meer dan met gewone slaap. Dieren die echt heel ziek waren of veel pijn hadden, zien er dan veel vrediger uit. Uw dier kan na het overlijden urine of ontlasting laten lopen omdat alles, dus ook de blaas en darmen, ontspannen. Na het overlijden kunnen er echter nog wel plotse spiersamentrekkingen optreden. Dit is geen teken dat uw dier niet overleden is; deze spieren trekken onwillekeurig samen. Het kan er bijvoorbeeld op lijken dat uw dier na het overlijden nog een enkele keer naar adem hapt. Gelukkig zien we dit zelden, maar schrik niet als het toch gebeurt: uw huisdier is al overleden en merkt hier dus niets van. De ogen van een dier blijven open na het overlijden.

U mag bij de euthanasie zijn, maar u bent dit niet verplicht. Wij hebben wel graag voor het dier zelf dat u bij de eerste injectie aanwezig bent. Voor uw dier buiten bewustzijn raakt, is uw aanwezigheid meestal geruststellend (mits u niet te zeer van streek bent). Van de laatste injectie merkt uw dier zelf niks meer, omdat hij of zij buiten bewustzijn is door de middelen in de eerste injectie. U hoeft zich dus niet bezwaard te voelen als u niet bij de laatste injectie wilt zijn.

Na het overlijden

Na het overlijden kunt u kiezen wat er met het lichaam van uw huisdier gebeurd:

  • Het lichaam kan door de overheid worden verwerkt en verbrand samen met andere dieren (“destructie”). U kunt het lichaam dan bij ons op de praktijk achterlaten. Die wordt dan opgehaald door de Dierenambulance en naar een destructiebedrijf vervoerd.
  • U kunt het lichaam meenemen om zelf te begraven. Dat mag niet in een openbare park of humane begraafplaats, het moet grond zijn dat u tot uw eigen beschikking heeft.
  • U kunt er ook voor kiezen om het lichaam te laten cremeren bij een diercrematorium. U kunt kiezen voor een individuele crematie of een groepscrematie. Na individuele crematie is het mogelijk om de as in een urn terug te krijgen. Na een groepscrematie wordt de as op een speciaal veld bij het diercrematorium uitgestrooid. De dichtstbijzijnde crematoria voor ons zitten in Amsterdam Noord en Naarden. Zij kunnen het lichaam van uw overleden huisdier (tegen een vergoeding) bij ons ophalen. Het is ook mogelijk om uw dier zelf te brengen. De kosten voor de crematie betaalt u zelf aan de crematorium.
  • U kunt uw huisdier ook laten begraven op een begraafplaats voor dieren. Sommige crematoria hebben daar ook (beperkte) ruimte voor. U kunt er een grafsteen voor laten maken. Net als bij mensen huurt u meestal een graf voor een bepaalde tijd. Is deze tijd verstreken dan moet u het opnieuw huren of wordt het graf geruimd.