Columns/Patiënt v.h. kwartaal

Bejaardenzorg voor dieren

"Dokter, het is niet dat ik er geen geld voor wil uitgeven, maar…” Als de vraag of er behandeld mag worden of niet zó door het baasje van een huisdier wordt beantwoord, moet ik altijd denken aan Oma.

Wat fijn dat er ziektekostenverzekeraars zijn. Je moet er toch niet aan denken dat al die dure behandelingen die Oma wèl krijgt omdat er een verzekering is, niet zouden gebeuren omdat “de kinderen” het te duur vinden. Als de regering probeert het behandelen van heupfracturen van hoogbejaarden te beperken, komt er protest vanuit het volk. Oma zeker een half jaar bedlegerig en hulpbehoeftig in een tehuis stoppen totdat ze aan een longontsteking (vanwege het liggen) sterft, omdat we niet aan haar heup willen sleutelen! Dat kan toch beter?

Stel je voor: geen verzekeraar. Oma breekt een heup. Ze kan behandeld worden maar dat zou al je spaargeld oppeuzelen, dat je eigenlijk voor de kinderen hebt gespaard zodat ze kunnen studeren (althans, dat hoop je). Je moet er echt niet te lang over nadenken. Krijg je het er benauwd van.

Gelukkig is het verzorgen van bejaarde huisdieren niet zo duur als het verzorgen van bejaarde mensen. Je hoeft er echt niet de studie van de kinderen voor op te offeren, maar misschien wel de nieuwste i-Phone. We meten “duur” met andere maten. Slechts weinigen denken er van te voren over na waar dat geld vandaan moet komen. Er wordt niet voor gespaard, niet zoals voor de studie van de kinderen. Dat betekent vaak dat geld wat aan zo’n behandeling besteed wordt uit een budget komt dat ergens anders voor bedoeld was. De regering noemt dat “ombuigen”. Eigenlijk is het gewoon het uitstellen of afstellen van een andere uitgave of wens.

Zo rond de 5% van alle Nederlandse huisdieren is verzekerd op enig moment. Het gaat niet om dieren die van jong tot oud verzekerd zijn; sommige zijn slechts enkele maanden verzekerd, andere langere tijd. We geloven blijkbaar dus niet zo in verzekeraars, of we vinden het niet nodig als een dier nog jong is. Een ouder dier voor het eerst verzekeren is veel duurder dan een jong dier verzekeren. Het gebeurt daarom in de regel niet meer als een dier ouder is. Dus staan we ook iedere keer voor het kosten dilemma. Wat willen we nog voor een ouder dier uitgeven als het in de problemen komt? Hoeveel extra tijd krijgen we als we de behandeling laten uitvoeren? Is de behandeling en het leven er na dierwaardig? Kortom: hoeveel is dat laatste beetje tijd waard?

Uiteraard zijn dit geen vragen waar slechts één antwoord op mogelijk is. En we zijn er met z’n allen ook nog niet eens consequent over. Als we roepen: “Hij mag geen pijn lijden”, dan bedoelen de meeste mensen dat ze niet aan het gedrag van het dier willen zien dat het pijn lijdt. Een dier met een pijnlijk gebit zal in veel gevallen nog voldoende eten. Het kauwt alleen niet meer, of kauwt anders dan voorheen. Maar ja, als je weet dat 70% van de katten boven de 3 jaar, en 80% van de honden pijnlijke kaakbotontstekingen hebben, dan geeft dat te denken, want deze dieren krijgen daar in overgrote meerderheid geen behandeling voor. Diegenen die er wel voor behandeld worden, worden te vaak pas behandeld als hun baasje ziet dat ze anders eten dan normaal of zichzelf niet meer goed verzorgen. Dat terwijl de meeste huisdieren, hond, kat of konijn, pas anders gaan eten als de pijn echt snerpend is. Hetzelfde verhaal kan ook horen bij stram lopende katten en honden. Pijn? Dat heeft ‘ie pas als hij piept, kreunt, blaast, gromt of duidelijk aan één pootje kreupel is.

Duidelijker zijn de keuzes als er een ongeluk is geweest, of als het dier niets meer wil eten. Dan is al of niet behandelen direct een keuze voor ‘dokteren’ of de dood.

Als er echt sprake is van gebrek aan geld, en ook het noodfonds van het Fonds voor Daadwerkelijke Dierenbescherming geen uitkomst kan bieden, valt er weinig te kiezen. Meestal valt de situatie echter in dat grijze gebied: er is wel wat geld, maar wat is de waarde van een paar extra maanden of een extra jaar? Hoeveel kwaliteit van leven moeten we voor de investering terug zien voordat het waardevol wordt geacht?

Steeds vaker wordt ook een meer calculerende keuze gemaakt: willen we eigenlijk wel meer tijd vrij maken voor het verzorgen van een huisdier? De beperking op onze levensvrijheid voor een kat met suikerziekte, die elke 12 uur een prikje insuline moet hebben, is een grote. Voor een aantal mensen is dat al voldoende reden om ons te vragen hun dier te euthanaseren. Behandelen kan wel, maar hindert de levenskeuzes die ze in de toekomst zouden willen maken.

Hoe gaan wij daar mee om? Een huisdier is geen gebruiksvoorwerp. Als je het in huis neemt, moet je bereid zijn er verantwoordelijkheid voor te nemen. Dat houdt ook in dat je er voor zorgt als het hulp nodig heeft. Omdat onze regering een huisdier als een luxe ziet, moet u bereid zijn daar zelf geld voor opzij te zetten. Kosten en verantwoordelijkheid hoort u niet op een ander af te wentelen. Wat ons betreft staat de kwaliteit van leven voorop. Als die met behandeling goed kan zijn is dat een sterk argument om wèl te behandelen. Kwaliteit van leven bestaat echter uit vele facetten: voor het dier, voor de eigenaren en soms ook voor de buren.

Af en toe is de behandeling bijvoorbeeld zo belastend voor een dier dat het toch niet wenselijk is, ook al zou het zo succesvol kunnen zijn. Denk hierbij aan dieren waarbij er voortaan dagelijks medicatie nodig is en het dier daardoor zo schuw wordt dat het zijn normale gedrag helemaal niet meer vertoont.

Een ander probleem met wel behandelen is of de behandeling door de eigenaren uitgevoerd kan worden. Als er kleine kinderen in huis zijn, zijn bepaalde behandelingen voor kanker niet mogelijk. Daar zou het kind mogelijk gevaar van kunnen ondervinden.

Van iemand met heel onregelmatige diensten (denk aan stewards en stewardessen) kun je niet verwachten dat zij een suikerpatiënt kunnen verzorgen. Hun werk en levensritme is daar te onregelmatig voor. Ze zullen hiervoor van de hulp van anderen afhankelijk zijn. Soms lukt dat, maar soms ook niet. Soms kan een ander huis gevonden worden voor het dier, maar helaas staat niet altijd iemand klaar om een diabetespatiënt te adopteren.

Van een andere orde weer is de demente kat die “het” naast de bak doet, of ‘s nachts schreeuwt. Soms is een oorzaak te achterhalen en kan het schreeuwen verholpen worden. Soms helpt een behandeling die gericht is op het verlichten van de verschijnselen van hersenveroudering, maar het komt regelmatig voor dat niets het schreeuwen doet verminderen. Als het baasje een slaaptekort oploopt, krijgt zo’n dier al ten eerste minder aandacht. Ten tweede kan de relatie kat/kattenbaasje flink verstoord raken. Ook dat kan tot een behoorlijk verminderde levenskwaliteit leiden voor kat en baas!

En ja, geld kan van belang zijn. Wie zijn wij om voor u onderscheid te maken tussen uw “Oma” en “de studie van de kinderen”? Wel kunnen en moeten we de zaken proberen zo goed mogelijk in de context te plaatsen en moeten we het ook eerlijk kunnen zeggen als we denken dat het baasje te kort door de bocht aan het gaan is. Voor ons kan dat best lastig zijn; voor de ene klant betekent “geen geld hebben” heel wat anders dan voor de andere.

Al deze dingen moeten zorgvuldig mee gewogen worden. Zo moeten we waken voor wat de Amerikanen een “sucker’s choice” noemen. Dat is je blind staren op de twee uiterste keuzen, alles of niets, die beiden om één of andere reden onwenselijk zijn of onhaalbaar zijn. In veel gevallen is er een derde keuze. Dat kan zijn dat we kiezen voor palliatief behandelen (dat is behandeling die er op gericht is het leven van de patiënt dragelijk te houden en dus niet gericht op genezing) of dat we een stappenplan ontwikkelen voor zaken die over een aantal weken of maanden uitgesmeerd kunnen worden, waardoor financiën een minder nijpende factor worden. Dat betekent dat we weliswaar niet de snelste of beste route te kiezen (als die al aanwezig is) maar dat we proberen het dier zo comfortabel mogelijk te houden. Het wordt echter soms negatief uitgelegd als “onnodig levens rekken”. Blijkbaar is dat erger dan onnodig levens verkorten!

Als Oma nou eens eerlijk kon zijn over wat zij wil, zou er lang niet zo lang gewikt en gewogen hoeven te worden. Helaas zal Oma net als de meeste mensen hopen dat de keuze voor haar levensplezier van harte wordt gemaakt, en niet met bedenkingen. Zo ook uw huisdier. Het vergt alleen wat vooruit denken. Wij raden u dus aan om voor een ouder dier een spaarpotje aan te leggen als u uw dier niet op tijd heeft kunnen verzekeren. Als u nu al weet dat uw dier geen behandeling toelaat, kan het een wijs besluit zijn om in overleg met een trainer of gedragsdeskundige een manier te zoeken om toch die ontwormingspil aan uw dier toe te dienen. Wie weet hoe belangrijk zo’n basishandeling later kan blijken te zijn voor het leven van uw dier.

Als u helemaal overtuigd bent van de waarde van uw huisdier, en u wilt het diertje echt een zo gezond mogelijk en kwalitatief hoogwaardige oude dag geven, dan is er veel mogelijk. Een (half-)jaarlijkse check-up, ook al wilt u uw dier niet laten enten. De algemeen bloedonderzoek kan regelmatig uitgevoerd worden om trends van bepaalde bloedwaarden bij te houden en zodoende zo vroeg mogelijk problemen op te sporen. Er zijn medicijnen, diëten en supplementen om bestaande kwalen minder vervelend te laten zijn. Er bestaan hulpmiddelen en speelgoed met een hoger doel dan alleen maar spelen of handigheid. Optimale voeding en gewicht kan al veel toevoegen. En uiteraard een gezond gebit nastreven.

Wij hechten allemaal waarde aan onze huisdieren. De huisdieren van al onze personeelsleden zijn, als secundaire arbeidsvoorwaarde, verzekerd. Wij moeten er niet aan denken dat voor hun dieren specialistische hulp nodig is en onze personeelsleden voor de keuze komen te staan: “Oma” of “de studie van de kinderen”. De keuze is overigens niet meer zo onwerkelijk als enkele jaren geleden. Met de komst van ultra goedkope ziektekosten verzekeringen gepaard met een hoog eigen risico kan het zijn dat u, of een familielid, om geld moet vragen. Waar kiest u voor?