Columns/Patiënt v.h. kwartaal

Goed gedrag?

Ik geef het toe; ik kijk in mijn vrije tijd graag naar Bondi Vet. Niet vanwege het uiterlijk van dierenarts Chris Brown, maar omdat ik het interessant vind om te zien hoe collega’s in Australië hun patiënten behandelen. In Australië komen ze bovendien andere aandoeningen, en andere diersoorten, tegen dan wij hier in Nederland. Zo zijn er vaak interessante dingen te zien: het ene moment moet een alligator behandeld worden aan een wond, terwijl ze het andere moment een hond behandelen die volledig verlamd is door een tekenbeet.

Onlangs was Chester een van de patiënten van drs. Brown. Chester, een West Highland White terriër, heeft “een hekel aan skateboarders”. Telkens als Chester iemand op een skateboard tegenkomt, begint hij te blaffen en probeert hij naar de persoon toe te gaan. Wie weleens in Bondi geweest is, of beelden ervan op televisie heeft gezien, weet dat dit een problematische situatie is; je moet wel in een heel verlaten gebied wandelen met Chester om geen skateboarders tegen te komen. Hoewel Chester een kleine hond is, en zijn baasje Chester dus redelijk onder controle kan houden zolang hij aangelijnd is, is dit wel een onveilige situatie. Chester kan zichzelf bezeren als hij onder het skateboard terecht komt. De skateboarder kan gebeten worden door Chester, of door zijn toedoen ten val komen. Het is dan ook begrijpelijk, en een goed voorbeeld van verantwoord huisdierenbezit, dat de eigenaren van Chester de hulp van een dierenarts inschakelen.

De aanpak van drs. Brown verbaasde me echter. Waar ik me nog meer over verbaas, is dat de gekozen aanpak op televisie getoond werd als een goede, succesvolle aanpak.
Drs. Brown maakte een Ipod vast aan de halsband van Chester, op een manier dat de oortjes in de oren van Chester bleven zitten. Op deze manier hoorde Chester continu de geluiden van een skateboard. Omdat Chester de geluiden hoorde en merkte dat er niks gebeurde, er was immers geen skateboard in de buurt, zou hij gedesensiteerd worden voor het geluid. Dit betekent dat Chester bij het horen van een skateboard, niet meer zou blaffen en uitvallen. Om ervoor te zorgen dat Chester niet alleen niet meer zou reageren op het geluid van een skateboard, werd er tijdens de wandeling ook een skateboard meegenomen. Aan het eind van de aflevering zagen we dat Chester nog wel even blafte als er een skateboard voorbij kwam, maar minder heftig reageerde dan voor de “succesvolle behandeling”.

Het is u misschien opgevallen dat ik het probleem van Chester tussen aanhalingstekens heb geplaatst. Chester heeft waarschijnlijk geen hekel aan skateboarders. Zijn reactie komt voort uit angst. Dieren die bang zijn, kunnen op drie manieren reageren:

  • Ze kunnen “bevriezen”; denk bijvoorbeeld aan een dier dat stokstijf stil blijft staan in de lichten van een koplamp.
  • Ze kunnen vluchten.
  • Ze kunnen vechten.

Chester heeft ervoor gekozen om te vechten: hij blaft naar de skateboarders. Zijn aanpak is ook nog eens hartstikke succesvol; de skateboarders gaan namelijk weg. Dit wordt in dit geval niet veroorzaakt door het geblaf van Chester, omdat de skateboarders aan het skateboarden zijn en daarom langs Chester rijden, maar dat weet Chester niet. Dit versterkt zijn gedrag: de volgende keer dat Chester een skateboarder tegenkomt, zal hij weer blaffen.

Om te voorkomen dat Chester blaft en uitvalt naar skateboarders, en zo zichzelf en de skateboarders in een gevaarlijke situatie brengt, moeten we Chester leren dat een skateboarder die voorbij rijdt niet gevaarlijk is. De essentie van de aanpak van drs. Brown is niet verkeerd: hij biedt de stimulus (het geluid van de skateboard en later ook het zien van een skateboard) aan zonder dat het gevolgen heeft voor Chester. Hij wordt bijvoorbeeld niet aangereden door een skateboard. Het probleem van deze aanpak is dat Chester geen keuze heeft: hij wordt direct met zijn angst geconfronteerd, zonder dat hij weg kan gaan.
Deze methode wordt “flooding” genoemd: je wordt geconfronteerd met iets waar je bang voor bent, zonder dat je weg kan gaan. Het doel is om op deze manier de angst uit te doven.

Chester zijn probleem is te vergelijken met een mens die bang is voor spinnen. Het is geen rationele angst: veruit de meeste spinnen die we in Nederland kunnen tegenkomen zijn ongevaarlijk voor ons.
Stel je nu voor dat je bang bent voor spinnen. Om je van deze angst af te helpen, word je in een kamer gezet met de deur op slot. In de kamer staat alleen een stoel. En er is een spin. Een grote spin. De spin doet je niks: de aanwezigheid van de spin in de kamer heeft geen directe negatieve gevolgen. Maar toch ben je doodsbang. Als je lang in deze kamer zit, zal je dan uiteindelijk niet meer bang zijn voor de spin? In de meeste gevallen zal het antwoord nee zijn. En hoewel de spin zelf je geen pijn kan doen, kan je hier toch schadelijke gevolgen aan over houden. Er kan een situatie ontstaan die “learned helplessness” wordt genoemd: je kan niks aan je situatie doen, dus geef je het maar op. Je wordt depressief. Je kan zelfs banger worden spinnen: als je eerst alleen bang was voor grote harige spinnen, kan je nu ook bang zijn voor kleine spinnetjes. Je kan zelfs agressiever reageren op het zien van een spin dan voorheen.

Het idee achter deze aanpak is niet verkeerd. We willen Chester immers leren dat er niks gebeurd als er een skateboard voorbij rijdt. Er zijn andere, betere methoden om dit te bereiken. Methoden waarbij Chester niet direct geconfronteerd wordt met het geluid van een skateboard zonder hiervan weg te kunnen komen. We zouden Chester zelfs kunnen leren dat het leuk is als er een skateboarder langsrijdt, bijvoorbeeld door het zien of horen van een skateboard te kunnen koppelen aan het krijgen van een koekje. Deze processen vergen veel tijd: we willen beginnen met het zien of horen van een skateboard, maar op een niveau dat Chester er niet bang voor is. Je laat bijvoorbeeld van een grote afstand een skateboarder langsrijden. Heel langzaam kan de afstand tussen Chester en de skateboarder verkleind worden.
Om terug te komen op het spinnenvoorbeeld: je zou kunnen beginnen met een plaatje van een spin. Dit roept geen angst op. De volgende stap is een terrarium met een spin aan de andere kant van de kamer. Dit zal voor sommige mensen wel angst oproepen en daarom een te grote stap zijn.
Dit proces wordt desensitatie genoemd. Het is geen makkelijk proces en moet daarom altijd onder begeleiding van een deskundige worden uitgevoerd.

In het geval van Chester leek de gebruikte aanpak succesvol. Het kan ook verkeerd kunnen aflopen. Waarschijnlijk werd het voorbeeld van Chester dan niet uitgezonden op televisie. Ik vind het jammer dat dit voorbeeld gebruikt is om uit te zenden in het programma. Het geeft aan hoe weinig er nog bekend is over gedrag, angsten en leerprocessen van dieren.