Bacteriële resistentie voorkomen, hoe kunt u helpen?

Antibiotica zouden we allemaal moeten beschouwen als noodzakelijk kwaad, niet als een makkelijke oplossing. Het blijft een enorme vooruitgang dat we er beschikking over hebben; veel minder mensen en dieren sterven aan bacteriële infecites. Maar inmiddels sterven mensen en dieren ook aan infecties waar we geen antwoord op weten, doordat we zo rijkelijk met dit chemisch goud hebben gestrooid. Wat kunt u doen om dit te helpen voorkomen?

  1. Het is het beste om, waar dat lukt, zeker te weten of antibiotica echt nodig zijn. Daarvoor kan het nodig zijn om een kweek in te zetten. Voordeel is dat je dan zeker weet of de gekozen antibioticum de juiste is.

  2. Als het u niet lukt om de pillen in te geven, kunt u dit met onze paraveterinairen bespreken. Zij kunnen u voorzien van tips en truuks. Desnoods kunnen we bij sommige antibiotica er voor kiezen om ze per injectie toe te dienen. Helaas is dit vanwege het soort antibioticum niet altijd mogelijk en is het op zich ook nog onpraktisch, omdat u dan elke dag langs de praktijk moet komen.

  3. Gebruiksaanwijzing “2 x daags ingeven”: het beste is om de tabletten om de 12 uur in te geven, verdeel het moment van ingeven in ieder geval zo gelijkelijk mogelijk over de dag.

  4. Gebruiksaanwijzing “1 x daags ingeven”: dit type antibioticum blijft meestal niet zo lang in het bloedbaan. Het is wel van belang om 1 x per etmaal een hoge concentratiepiek van het medicijn in de bloedbaan te krijgen. Het telkens ‘s morgens, telkens ‘s middags of telkens ‘s avonds ingeven is voldoende goed verdeeld over de dag. Er hoeft niet precies 24 uur tussen te zitten. Min of meer 24 uur is genoeg.

  5. Als uw dier moet braken vanwege een antibioticum, laat het uw dierenarts weten. In overleg kan dan gekozen worden om eerst een anti-braakmiddel te geven voordat het antibioticum pil gegeven wordt, van antibioticum te wisselen, of het met kleine beetjes voedsel in te geven.

  6. Als u een keer een pil vergeet, laat uw dierenarts het dan weten. Het kan verstandig zijn de pillenkuur te verlengen om hiervoor te compenseren.

  7. Maak de kuur af! Vooral bij huid en urinewegontstekingen is het van belang om de aanwijzingen van de dierenarts te volgen. Dat houdt in: als de dierenarts zegt dat het 6 weken moet, maak de kuur dan af, ook al lijkt het probleem over. Juist bij deze aandoeningen worden de meeste fouten gemaakt, en zien we de meeste resistentieproblemen.

  8. Kom op de controle afspraak! U kunt het beste samen met uw dierenarts bepalen of een infectie echt over is. Soms is daarvoor aanvullende onderzoek nodig. Voor oorontstekingen moet in de oren gekeken worden. Voor sommige luchtweginfecties kan het maken van een röntgenfoto nuttig zijn. Soms is het maken van een kweek nodig, omdat het echt over zijn van een infectie anders niet te bepalen is. Ons gezamenlijke doel moet zijn om een infectie de eerste keer een goed aan te pakken, niet om het telkens opnieuw te gaan proberen (totdat het niet meer goed gaat) als de kuur toch niet lang genoeg was.

  9. Als de infecties ondanks goede behandeling telkens weer terugkeren, kan het ook verstandig zijn om een kweek te maken, of te herhalen als die al gemaakt is. Verder onderzoek, bijvoorbeeld een bloedonderzoek, kan ook nuttig zijn om na te gaan waarom de afweer van het dier niet goed werkt.

  10. Bij chronische aandoeningen, zoals allergieën, is het goed om naar meer aspecten van zo’n probleem te kijken: voeding, omgeving en andere ondersteunende maatregelen kunnen minder behandelingen met antibiotica nodig maken.

  11. Nieuwe inzichten kunnen er toe leiden dat we beter in staat zijn om chronische aandoeningen, die voorheen met antibiotica aangepakt werden, zonder antibiotica te behandelen. Vraag niet alleen om het “oude recept”; nieuwe inzichten kunnen beter uitpakken voor u en uw dier.